Bedragen x € 1.000 | ||||||
Financiën van Dordrecht | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
saldo | saldo | saldo | saldo | saldo | ||
Ontwikkelingen met effect op financieel perspectief | ||||||
1a. | Decembercirculaire 2024 | 4.390 | 2.080 | -680 | -410 | -105 |
1b. | Regionale middelen 2024 uit Decembercirculaire 2024 | 512 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1c. | dekking uit Algemene reserve | -512 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2a. | Facilitair management organisatie Dordthuis | -950 | -930 | -1.190 | -1.190 | -1.190 |
3. | Stedin dividend | -720 | -2.090 | -2.090 | -2.090 | -2.090 |
4. | Hogere opbrengst OZB | 650 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
5. | Renteresultaat | 1.540 | 1.980 | 1.400 | 1.100 | 600 |
6. | Effect Voorjaarsnota Rijk | 4.900 | 13.700 | 13.700 | 6.900 | 7.450 |
7. | Dividend Breedband Groep | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 |
8. | Logiesheffing lagere inkomsten | -600 | -400 | -300 | -200 | -100 |
9. | Mobiliteitskaart/app en Vervoersregeling | 0 | -235 | -235 | -235 | -210 |
10. | Fuwa Bedrijfsvoering Drechtsteden | -210 | -210 | -210 | -210 | -210 |
11. | Eigen risicodrager WW | -200 | -200 | -200 | -200 | -200 |
12. | Renovatie toren Grote Kerk (pm vanaf 2026) | -490 | pm | pm | pm | pm |
13. | Verhuurexploitatie Achterom 103-121 | -100 | -100 | 0 | 0 | 0 |
14a. | Vrijval reserve GRD-transitie | -3.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14b. | storting in Algemene Reserve | 3.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
15a. | Vrijval bestemmingsreserves | -965 | 0 | 0 | 0 | 0 |
15b. | storting in Algemene Reserve | 965 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16a. | Herbestemmen reserve Viersprong | -462 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16b. | Storting reserve Dagrecreatieterrein | 462 | 0 | 0 | 0 | 0 |
17. | Hogere uitkering GF - vertraging inkomensafh. bijdrage WMO | 0 | 1.415 | 0 | 0 | 0 |
18a. | Implementatie Ombuigingen | 0 | -350 | -250 | -150 | 0 |
18b. | dekking reserve Op weg naar ombuigingen | 0 | 350 | 250 | 150 | 0 |
19. | Precarioheffing | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 |
20. | Verhoging OZB-tarieven | 0 | 0 | 490 | 980 | 1.470 |
21. | Onderuitputting BTW-compensatiefonds | 1.750 | 1.750 | 1.750 | 1.750 | 1.750 |
22. | Afbouw reserve Afschrijving | -1.750 | -1.750 | -1.750 | -1.750 | -1.750 |
23a. | Aanvullen Reserve Grondbedrijf | -47.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
23b. | Dekking vrijval reserve Afschrijving | 43.750 | 0 | 0 | 0 | 0 |
24. | Aanvullen weerstandsratio naar 1,0 (storting in RG) | -2.485 | -1.620 | -3.420 | 0 | 0 |
25. | Inzet reserve Op weg naar ombuigingen | 0 | 0 | 0 | 3.550 | 0 |
Investeringen (kapitaallasten) | ||||||
26. | Onderhoudsingrepen cyclus > 20 jr (1.240K 2026-2029) | 0 | 0 | -30 | -30 | -50 |
27. | Renovatie Kunstmin (300K 2026, 100K 2027) | 0 | 0 | -10 | -20 | -20 |
28. | Renovatie Energiehuis | 0 | 0 | -40 | -210 | -210 |
29. | Vrijval stelpost kapitaallasten vervangingsinvesteringen | 0 | 0 | 330 | 800 | 630 |
30. | Stelpost onderuitputting kapitaallasten | 1.500 | 1.500 | 1.000 | 0 | 0 |
Indexaties | ||||||
31. | Indexaties uitgaven | 0 | -2.750 | -2.750 | -2.750 | -2.750 |
Indexaties inkomsten | 0 | 2.265 | 2.265 | 2.265 | 2.265 | |
Administratief neutrale ontwikkelingen | ||||||
32. | Totaal administratief neutrale ontwikkelingen | 1.355 | 1.695 | 1.635 | 1.635 | 1.635 |
Ombuigingen | ||||||
Maatregelen Programma | ||||||
33. | Beheer en gebruik vastgoed | 0 | 0 | 50 | 50 | 50 |
34. | Anders exploiteren toren Grote Kerk | 0 | 0 | 80 | 80 | 80 |
35. | Verhuur en beheer woonwagenlocaties bij externe partij | 0 | 0 | 95 | 95 | 95 |
36. | Kostendekkendheid vastgoed | 0 | 0 | 100 | 100 | 100 |
37. | Stadsherstelfonds | 0 | 50 | 150 | 150 | 150 |
Programmaoverstijgende maatregelen | ||||||
38. | Organisatie | 0 | 100 | 250 | 750 | 1.000 |
39. | Leges kostendekkend maken | 0 | 125 | 125 | 125 | 125 |
40. | Specifieke Uitkeringen en personeelsbudget | 0 | 250 | 500 | 500 | 500 |
41. | Ombuigen extra inkomsten | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 |
42. | Personeelskosten onder programma's en taken | 0 | 110 | 215 | 215 | 215 |
43. | Actief inzetten op lobby en subsidies | 0 | 0 | 0 | 300 | 300 |
44. | Niet toepassen gem. indexering voor subsidies in het jaar 2026 | 0 | 900 | 900 | 900 | 900 |
Wijziging saldo programma | 4.995 | 18.800 | 13.295 | 14.315 | 11.795 | |
-/- betreft een nadeel |
Toelichting bij de ontwikkelingen
Ontwikkelingen met effect op financieel perspectief
1. Decembercirculaire 2024
De baten zijn € 4,4 miljoen hoger dan begroot in 2025. In de jaren 2026-2029 zijn de effecten tussen € 0,1 miljoen negatief tot € 2,1 miljoen positief. In de raadsinformatie Decembercirculaire 2024 lichten we dit nader toe. In de Decembercirculaire heeft het Rijk gelden ter beschikking gesteld voor de Regionale Energie Strategieën en voor Dordt West voor een totaalbedrag van € 512.000. Deze gelden zijn conform de besluitvorming van de Bestuursrapportage 2024 in de Algemene Reserve gestort. Omdat de uitgaven in 2025 plaatsvinden, onttrekken we deze gelden in 2025 weer uit de Algemene Reserve.
2. Facilitaire managementorganisatie
De lasten zijn vanaf 2025 structureel hoger dan begroot voor het opzetten van een Facilitaire Management Organisatie voor de gemeente Dordrecht. Voor 2025 is gerekend met € 950.000 oplopend naar € 1.190.000 vanaf het jaar 2027.
De gemeente Dordrecht loopt al enige jaren risico’s op het doelmatig en rechtmatig inzetten van middelen en diensten ten behoeve van het faciliteren en huisvesten van haar (ambtelijke & bestuurlijke) organisatie. Uit eerder (intern) onderzoek blijkt dat de sturing, regie en control op de facilitaire exploitatie van huisvestingdiensten, contracten en middelen beperkt is en dat de organisatie en de regievoering is versnipperd over verschillende clusters en afdelingen binnen de gemeente Dordrecht en de Servicegemeente Drechtsteden. Op basis van het interne onderzoek is een opdrachtdefinitie Facilitaire Management Organisatie (FMO) geformuleerd waarop de inrichting van de facilitaire ketenorganisatie voor de gemeente Dordrecht voor de langere termijn wordt bestendigd. Door een extern adviesbureau is - op basis van de opdrachtdefinitie - een advies opgesteld, welke is vastgesteld door zowel het bestuur als het concern. Het vastgestelde advies is in deze nota verwerkt.
Eind tweede kwartaal 2026 beoogt de gemeente Dordrecht met 4 partners het nieuwe Dordthuis te betrekken. De gemeente is gebouweigenaar en zal voor de partners optreden als verhuurder en als leverancier van de dienstverlening voor een volledig gefaciliteerde werkplekomgeving en publiek toegankelijke zone. Dit maakt de gemeente verantwoordelijk voor de gebouw-gebonden dienstverlening en aanvullende dienstverlening zoals beveiliging, horeca, schoonmaak, ontvangst en infrastructurele ICT-services. De ingebruikname van het Dordthuis stelt daarmee nieuwe vragen aan de organisatie van - en regie op de facilitaire dienstverlening. Een deel van deze FMO kosten belasten we via de gebruiksovereenkomsten met partners voor het Dordthuis door. Deze baten zijn in mindering gebracht op de bedragen van deze ontwikkeling.
3. Stedin dividend
De baten van Stedin zijn structureel lager dan begroot. Voor 2025 verwachten we € 720.000 minder dividend en vanaf 2026 € 2.090.000 minder. We passen jaarlijks de dividendverwachting aan op basis van informatie van de onderneming, aangevuld met cijferinterpretatie van de aandeelhouderscommissie. De prijsafspraken voor de nieuwe reguleringsperiode worden eind 2026 bekend. De insteek is betaalbaarheid van tarieven op langere termijn. Dit kan effect hebben op de winstuitkering. Het dividend wordt immers mede opgebracht via de tarieven. Daarom verlagen we de dividendraming vanaf 2026 met € 2 miljoen naar € 6 miljoen per jaar. Voor 2025 rekenen we op € 4,3 miljoen dividenduitkering.
4. Hogere opbrengst OZB
Jaarlijks zien we bij de jaarrekening dat meer OZB wordt opgehaald dan waar we bij de begroting vanuit gaan. Dit houdt verband met achterstand in taxaties en/of hogere taxatiewaarden van in aanbouw zijnde onroerende zaken. Dit is aanleiding geweest om Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) te vragen dit nader te analyseren en te kijken of een hoger bedrag ramen bij de begroting mogelijk is. Deze analyse is begin mei door de GBD afgerond. Aangegeven is dat de geraamde OZB-opbrengst voor 2025 met € 650.000 en vanaf 2026 structureel met € 1 miljoen verhoogd kan worden, zonder daarvoor het tarief voor de belasting extra te verhogen. Dit heeft dus geen effect op de woonlasten. Tegelijkertijd is een plan in uitvoering om de achterstanden bij de taxaties verder in te lopen.
5. Renteresultaat
De rentebaten zijn voor het jaar 2025 € 1.540.000 hoger dan begroot en vanaf 2026 € 1.980.000 hoger dan begroot met een aflopend effect naar € 600.000 in 2029. Dit komt doordat het uitgavenpatroon op diverse projectbudgetten lager is dan bij de Begroting 2025 werd verwacht. We kunnen hierdoor langer profiteren van de opbrengst van de verkoop van Eneco aandelen en bevoorschotting vanuit subsidies. Het banksaldo blijft hierdoor dus hoger wat leidt tot hogere rentebaten.
6. Effect Voorjaarsnota Rijk
Het Rijk heeft in de Voorjaarsnota aangegeven gemeenten te gaan compenseren voor gestegen kosten in de jeugdzorg en de forse bezuiniging vanuit de hervormingsagenda jeugd (HAJ). De compensatie is:
- Structureel zo’n € 3,5 miljoen per jaar voor bestaande tekorten in de jeugdzorg. Dit bedrag is gebaseerd op 50% van de landelijke tekorten (cie van Ark). Omdat gemeenten ook te weinig hebben gedaan om de tekorten op te lossen en de HAJ uit te voeren, wordt slechts de helft van het tekort gecompenseerd;
- Structureel zo’n € 7 miljoen per jaar als gevolg van een hogere uitkeringsfactor gemeentefonds. De belangrijkste reden hiervoor is het herstellen van het accres, dat door de korting HAJ te laag is geweest. Het Rijk geeft nu alsnog het gemiste accres terug. Hiernaast zitten er nog enkele kleinere effecten in de uitkeringsfactor;
- Voor 2026 en 2027 wordt incidenteel het resterende bedrag van de taakstelling HAJ aan gemeenten teruggegeven. Voor Dordrecht is dat ongeveer € 3,5 miljoen per jaar. Hiermee is de korting HAJ tijdelijk geschrapt en hebben gemeenten in de jaren 2026 en 2027 de gekorte begrotingsruimte terug;
- Vanaf 2028 vervalt deze incidentele bijdrage én worden extra maatregelen ingevoerd. Er wordt een eigen bijdrage in de jeugdzorg ingevoerd en de trajectduur wordt verkort, wat samen € 2,5 miljoen per jaar moet opleveren. Wij gaan ervan uit dat dit leidt tot een daadwerkelijke daling van de kosten en dus een neutraal effect heeft op de Dordtse Begroting. Het is een verantwoordelijkheid van het Rijk die de Wet moet aanpassen. Mocht dit niet (tijdig) lukken gaan wij ervan uit dat het Rijk deze korting alsnog terugdraait. Daarnaast indexeert het Rijk de oorspronkelijke taakstelling van de HAJ naar prijspeil 2028, waardoor de taakstelling met € 3,5 miljoen per jaar toeneemt.
Het uiteindelijke effect van de Voorjaarsnota Rijk bedraagt in 2025 € 4,9 miljoen, in 2026 en 2027 € 13,7 miljoen, in 2028 € 6,9 miljoen en in 2029 en verder € 7,45 miljoen.
7. Dividend Breedband Groep
De dividendbaten zijn vanaf 2025 voor € 40.000 als structurele inkomst opgenomen. Gezien de bedrijfsresultaten en de conservatieve financiering van de onderneming verwachten wij echter dat een hogere afdracht mogelijk én verantwoord is. Dit vergt echter nog besluitvorming over het dividendbeleid, tezamen met de andere certificaathouders en de onderneming; reden waarom deze nu nog niet in de raming wordt opgenomen en we de raming baseren op historische gegevens.
8. Logiesheffing lagere inkomsten
De baten zijn voor 2025 € 600.000 aflopend tot € 100.000 in 2029 lager dan begroot, omdat de inkomsten in werkelijkheid lager uitvallen dan de eerdere inschattingen.
In de Kadernota 2024 is de begroting van de logiesheffing aangepast vanwege een tariefsverhoging maar ook de verwachting van een stijging van het aantal overnachtingen, door groei van het aantal hotelkamers in de stad. Echter blijkt dat de groei van het aantal overnachtingen niet plaatsvindt doordat bij Europarcs een deel van het park gebruikt wordt voor bewoning, de effecten van de verbouwingen van hotel van der Valk en Bastion hotel pas vanaf 2025 zichtbaar gaan worden en in het Postillion hotel asielzoekers gehuisvest zijn waardoor er minder kamers voor overnachtingen beschikbaar zijn. Het nieuwe hotel aan het Vrieseplein geeft pas vanaf 2027 inkomsten uit logiesheffing.
9. Mobiliteitskaart/app en vervoersregeling
De lasten zijn vanaf 2026 door de invoering van de mobiliteitskaart/app en de nieuwe moderne vervoersregeling voor gemeente Dordrecht € 235.000 hoger dan begroot. Met de mobiliteitskaart/app reizen medewerkers flexibel en maken hierdoor eenvoudig gebruik verschillende vervoersmiddelen. Dit moderniseert de vervoersregeling, stimuleert duurzame mobiliteit en voldoet aan de CO ₂ -rapportageverplichting. De nieuwe vervoersregeling biedt vergoedingen voor woon-werkverkeer, met verschillende tarieven voor emissie-loze tweewielers, auto's en openbaar vervoer. Een compensatieregeling is ingesteld voor medewerkers die financieel nadeel ervaren. De bijstelling bevat een mogelijke stijging van de OV-kosten en incidentele kosten gedurende drie jaar voor een compensatieregeling naar aanleiding van een regionaal besluit uit 2022. Ook de vakbonden hebben expliciet aangegeven niet akkoord te gaan met de nieuwe vervoersregeling zonder de voorgestelde kilometervergoeding en compensatieregeling.
10. Functiewaardering bedrijfsvoering Drechtsteden
De lasten zijn vanaf 2025 door herwaardering van functies structureel € 210.000 hoger dan begroot.
11. Eigen risicodrager Werkloosheidswet (WW)
De lasten zijn vanaf 2025 structureel € 200.000 hoger dan begroot, omdat de ingeboekte bezuiniging op het budget voor het eigen risicodragerschap van de WW niet haalbaar blijkt te zijn.
Als gemeente zijn we verplicht om de effecten van de werkloosheidwet aan het UWV te vergoeden omdat wij eigen risicodrager zijn voor de WW (ERD-WW). Het beschikbare budget is voor 2025 verlaagd in verband met de verwachting dat het aantal ontslagenen met WW-rechten zouden afnemen. Ondanks inspanningen om medewerkers te behouden, blijkt het risico op uitstroom naar de WW zich voor te doen, waardoor hogere lasten onvermijdelijk zijn.
12. Renovatie toren Grote Kerk
De lasten zijn in 2025 incidenteel € 490.000 hoger dan begroot, omdat er met het oog op een mogelijke renovatie onderzoek moet worden gedaan aan de Grote Kerktoren en er in het kader van de veiligheid een steiger moet worden geplaatst. Er wordt een plan van aanpak opgesteld, met hierin opgenomen een restauratieplan tot en met aanvraag van de benodigde vergunningen. De steiger is te zijner tijd ook geschikt om uit te breiden ten behoeve van uitvoering van de mogelijke renovatiewerkzaamheden.
13. Verhuurexploitatie Achterom 103-121
Het verhuurresultaat in 2025 en 2026 van Achterom 103 – 121 is € 100.000 lager dan begroot omdat het gebouw in 2025 grotendeels leegstaat in afwachting op de grootschalige renovatie van het gebouw.
14. Vrijval reserve Drechtsteden
In het raadsbesluit "Verdere uitwerkingsafspraken Service Gemeente Dordrecht" van 22 juni 2021 is besloten dat er een bestemmingsreserve van € 3,8 miljoen gevormd zou worden voor de GRD transitiekosten. In de jaren 2022 t/m 2025 zou deze reserve weer aangevuld worden uit het te verwachten efficiency-voordeel op bestaande GRD Governance budgetten. Inmiddels is, door deze besparingen, de reserve weer terug op het beginniveau van € 3,8 miljoen. Daarom storten we in 2025, conform afspraak in dat raadsbesluit, de bestemmingsreserve weer terugstorten in de Algemene Reserve.
15. Vrijval bestemmingsreserves
Reserve Westelijke Dordtse Oever
Voor wat betreft het project Westelijke Dordtse Oever Project geldt dat dit efficiënter kan worden uitgevoerd met de bestaande dekkingsmogelijkheden vanuit de verschillende programma's en lijnorganisatie. Het restant uit de reserve valt daarom vrij voor een bedrag van € 100.000.
Reserve Bovenwijkse voorzieningen
Systematiek achter deze reserve is niet langer van toepassing, de resterende middelen uit de reserve vallen daarom vrij voor een bedrag van € 495.668.
Reserve Beleidswensen
De projecten als gevolg van beleidswensen gedekt uit deze reserve zijn in 2023 afgerond. Restant uit de reserve van € 177.563 valt daarom vrij.
SI Hofkwartier
Werkzaamheden gedekt vanuit deze reserve voor de cultuurnota zijn afgerond. Restant uit de reserve valt daarom vrij voor een bedrag van € 61.440.
SI VRI's: doorstroming openbaar vervoer
Werkzaamheden voor optimalisering van de doorstroming van het Openbaar Vervoer bij met name Laan der VN zijn afgerond. Restant uit de reserve valt daarom vrij voor een bedrag van € 130.228.
Volgens bestendige lijn is het voorstel de vrijval van deze bestemmingsreserves toe te voegen aan de Algemene Reserve.
16. Herbestemmen reserve Viersprong
Het project Viersprong is al in 2023 afgerond, de resterende middelen van € 462.347 willen we gebruiken voor het dagrecreatieterrein. In de perspectiefnota 2025 is € 2 miljoen opgenomen voor de aanleg van het Dagrecreatieterrein. Er is meer geld nodig, maar vanwege financiële situatie kiezen we voor een meerjarig gefaseerde aanleg. Om de eerste fase van de aanleg van het Dagrecreatieterrein zo ver mogelijk te brengen, stellen wij voor om de vrijvallende middelen van de reserve Viersprong te storten in de nieuwe reserve voor het Dagrecreatieterrein (bedoeld voor de aanleg van een Dagrecreatieterrein aan de Zuidendijk (gebied "Bovenhoek")). De Viersprong maakt evenals het Dagrecreatieterrein onderdeel uit van het gebied Nieuwe Dordtse Biesbosch, waarmee het geld binnen het gebied een alternatieve aanwending krijgt.
17. Hogere uitkering gemeentefonds i.v.m. vertraging invoering inkomensafhankelijke bijdrage WMO
De baten zijn incidenteel € 1.415.000 hoger dan begroot in 2026, omdat op basis van de voorjaarsnota van het Rijk, de eerder ingevoerde korting voor de inkomensafhankelijke WMO-bijdrage, wordt opgeschoven naar 2027 (extra baten € 1.415.000 in 2026).
18. Implementatie ombuigingen
De lasten zijn in 2026 voor € 350.000, in 2027 voor € 250.000 en in 2028 voor €150.000 hoger dan begroot. Met het implementeren van de mogelijk bezuinigingsmaatregelen in de organisatie en maatschappij gaan we de volgende fase van bezuinigen in. Ook dit vraagt om een goede procesbegeleiding en eventueel onderzoeksbudget. We stellen voor om dit te dekken uit de daarvoor bestemde reserve Op weg naar ombuigingen.
19. Precario
De baten zijn vanaf 2025 structureel € 125.000 hoger dan begroot omdat de COVID-steunregelen voor de horeca met terrassen zijn vervallen.
20. Hogere tarieven OZB
Als onderdeel van de invulling van de ombuigingsopgave wordt de onroerende zaakbelasting (OZB) vanaf 2027 stapsgewijs verhoogd. Jaarlijks gaat het om 1,33% bovenop de reguliere indexering. Hierdoor stijgt de OZB-opbrengt in 2029 dus met 4% bovenop de reguliere indexering. Voor 2027 betekent dit een extra OZB-opbrengst van € 490.000 oplopend tot € 1,47 miljoen extra in 2029.
21. Onderuitputting BTW Compensatiefonds (voor afbouw reserve Afschrijving)
We nemen in de begroting de onderuitputting van het BTW Compensatiefonds (BCF) op. Wanneer dit fonds niet volledig wordt uitgenut, wordt het onbenutte deel (de zogenaamde onderuitputting) aan het einde van het jaar teruggeven aan gemeenten en provincies. Dit was de afgelopen jaren ook het geval. Het is toegestaan om in de begroting rekening te houden met deze onderuitputting.
Voor Dordrecht kan gerekend worden op een vrijval van maximaal € 2,5 miljoen (teruggaaf 2024). Volledig opnemen is riskant, want de teruggaaf is afhankelijk van de uitnutting van het fonds en kan daardoor fluctueren. Daarom nemen we vanaf 2025 structureel 70% van de vrijval op in de begroting. We willen deze onderuitputting gebruiken voor het afbouwen van de reserve Afschrijving waardoor we de kapitaallasten niet meer incidenteel dekken vanuit deze reserve maar structureel vanuit de exploitatie (zie hiervoor ontwikkeling 22).
22. Vervallen jaarlijkse inkomst reserve Afschrijving
Voor de komende 25 jaar is in de reserve Afschrijving rekening gehouden met een jaarlijkse storting in de gemeentebegroting van € 8,5 miljoen ter dekking van bestaande kapitaallasten (o.a. het Energiehuis en de Sportboulevard). Door een deel van deze jaarlijkse storting (inkomst) structureel te vervangen door inzet van de onderuitputting BCF is een minder grote onttrekking en dus een minder grote reserve Afschrijving nodig. Uitgaande van een verlaging van de jaarlijkse storting met € 1,75 miljoen komt € 43,75 miljoen (= 25 x € 1,75 miljoen) vrij.
23. Aanvullen Reserve Grondbedrijf
De start van een grootschalige nieuwe gebiedsontwikkeling (project Maasterras) brengt nieuwe risico’s met zich mee en vraagt derhalve om daar ook de Reserve Grondbedrijf op aan te passen. De risico's vanuit project Maasterras bedragen € 47,5 miljoen. We kunnen hiervoor dekking vinden door de Reserve Grondbedrijf met € 43,75 miljoen aan te vullen vanuit vrijval van de reserve Afschrijving.
Vrijval reserve Afschrijving
Zoals in de inleiding van de perspectiefnota genoemd, nemen we de structurele onderuitputting van het BTW Compensatiefonds (inkomst) voor een deel op in de begroting en zetten we deze middelen structureel in ter vervanging van de jaarlijkse bijdrage uit de reserve Afschrijving. Onder het programma Financiën van Dordrecht geven we een uitvoerige uitleg van deze keuze die ons minder afhankelijk maakt van de inzet vanuit reserves.
Door deze vrijkomende middelen uit de reserve Afschrijving (€ 43,75 miljoen) toe te voegen aan de Reserve Grondbedrijf, kunnen de risico’s van het project Maasterras voor een belangrijk deel worden afgedekt. Het risicoprofiel Maasterras bedraagt € 47,5 miljoen. Het restant van de risicoafdekking (€ 3,75 miljoen) vindt plaats vanuit de verwachte positieve resultaten van het begrotingssaldo 2025 t/m 2027. Zodra risico’s binnen het project Maasterras vervallen of een lagere inschatting krijgen, dan kunnen deze gereserveerde middelen anders worden ingezet.
24. Aanvullen ratio naar 1,0 (storting in RG i.v.m. risico's Grondbedrijf)
De omvang van de Reserve Grondbedrijf bedraagt ultimo 2024 € 2,0 miljoen en is, zoals ook al bij de Begroting 2025 werd geconstateerd, op korte termijn kwetsbaar en niet op het niveau dat past bij de ontwikkelopgave die de stad heeft. Derhalve willen wij de reserve de komende jaren meer in lijn brengen met het bijbehorende risicoprofiel van het Grondbedrijf. Een eerste stap hierin is om het restant van de verwachte resultaten 2025 t/m 2027 ter hoogte van € 2,5 miljoen, € 1,6 miljoen en € 3,4 miljoen toe te voegen aan de Reserve Grondbedrijf. Omdat de Reserve Grondbedrijf samen met de Algemene Reserve van de stad de weerstandsratio bepalen, brengen we hiermee ook de weerstandsratio naar de minimaal vereiste waarde van 1,0.
25. Inzet reserve Op weg naar ombuigingen
De ombuigingen die het college voorstelt zijn voldoende om het tekort in 2029 op te vangen. In 2028 resteert echter een tekort in het meerjarenperspectief van € 3,55 miljoen. Om dit tekort op te vangen, zetten we een deel van de bestemmingsreserve Op weg naar ombuigingen in die voor dit doel is ingesteld bij de vaststelling van de Begroting 2025. Het overige deel van deze reserve houden we beschikbaar om in te zetten voor de overige doelstellingen van deze reserve, indien dit nodig blijkt gedurende de komende jaren.
Investeringen
26. Onderhoudsingrepen vastgoed cyclus groter dan 20 jaar
Voor het onderhoud van maatschappelijk vastgoed over de periode 2026 – 2029 vragen we een totaal krediet aan van € 1.240.000. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen structureel circa € 30.000 in 2027 oplopend tot € 60.000 vanaf 2030. Bij het vaststellen van de vastgoednota 2016 - 2018 is besloten dat er niet meer gespaard wordt voor gebouwonderhoud met een onderhoudscyclus langer dan 20 jaar en een bedrag van meer dan € 15.000. In de periode 2026-2029 zijn meerdere van deze ingrepen gepland waaronder onderhoudswerkzaamheden aan onder andere liften, verlichting en/of luchtbehandelingskasten.
27. Renovatie Kunstmin
Voor de periode 2026 – 2027 vragen we een verhoging van € 400.000 aan van het krediet klimaatinstallatie Kunstmin. Het bestaande krediet is onvoldoende in verband met de gevolgen van netcongestie (Stedin kan de capaciteit van de aansluiting niet verhogen). Hierdoor moet een andere, duurdere technische oplossing worden gekozen en loopt de planning uit. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen structureel € 20.000 vanaf 2028.
28. Renovatie Energiehuis
Het Energiehuis is een gemeentelijk monument wat momenteel gebruikt wordt als cultuurcentrum. Het Energiehuis staat op een centrale plek in de gebiedsontwikkeling van het (sterk in ontwikkeling-zijnde) Wantij-West gebied en heeft de potentie om het middelpunt te gaan vormen van dit stadsdeel.
Om deze potentie te benutten en een duurzame toekomst van het Energiehuis te borgen, is renovatie en verduurzaming van het pand nodig. De voorlopige inschatting van de investering bedraagt circa € 10 miljoen. Hierbij wordt ook de mogelijkheid gecreëerd om delen van het gebouw separaat te exploiteren en worden bouwfouten en omissies uit de renovatie van 2013 hersteld.
Momenteel wordt er een renovatieplan uitgewerkt, waarbij ook gekeken wordt naar het optimaliseren van de bezetting en het toevoegen van alternatieve functies. Energiebesparingen en huurinkomsten dekken toekomstige kapitaallasten, echter is het de inschatting dat dit niet voldoende zal zijn voor alle lasten van de renovatie.
In deze perspectiefnota worden de kapitaallasten van de ingeschatte onrendabele top van de investering gereserveerd (circa € 4 miljoen). Deze bedragen voor 2027 € 40.000 euro en vanaf 2028 € 210.000. Het renovatieplan inclusief bijbehorende kredietaanvraag en dekkingsvoorstel leggen wij via een separaat raadsvoorstel voor.
29. Vrijval stelpost kapitaallasten vervangingsinvesteringen
De lasten zijn vanaf 2027 structureel lager omdat de stelpost kan vrijvallen. Het meerjarig investeringsprogramma is geactualiseerd. Niet geraamde vervangingsinvesteringen zijn in deze perspectiefnota toegevoegd, waardoor de stelpost kan vrijvallen. Voor de jaren buiten deze planperiode 2030 en verder nemen de kapitaallasten verder toe (zie eerdere toelichtingen bij de vervangingsinvesteringen). Hiervoor actualiseren wij jaarlijks het meerjarig investeringsplan inclusief de bijbehorende kapitaallasten.
30. Stelpost onderuitputting kapitaallasten
De lasten zijn in 2025 en 2026 € 1.500.000 en in 2027 € 1.000.000 lager dan begroot. We verwachten dat een gedeelte van de kapitaallasten niet wordt uitgegeven in de komende jaren omdat niet alle begrote investeringen worden uitgevoerd. We zien namelijk dat jaarlijks investeringen doorschuiven vanwege een veelheid van oorzaken. Ter illustratie: de onderuitputting op kapitaallasten was in 2024 € 1.600.000.
Door het opvoeren van een stelpost anticiperen we op deze onderuitputting. Op dit moment maken we een meerjaren investeringsplanning (MIP) waarbij we de geplande investeringen realistischer in de tijd wegzetten zodat we ook de daarbij behorende kapitaallasten beter kunnen begroten. De financiële uitwerking hiervan maken we zichtbaar bij de Begroting 2026.
Indexaties
31. Indexaties uitgaven en inkomsten
De bedragen voor indexaties op uitgaven en inkomsten zijn opgesplitst naar de programma's. Dit geeft inzicht de kostenstijgingen in ieder programma, c.q. wat er vanuit het programma aan extra inkomsten wordt gegenereerd door indexatie. Voorts laten we de centrale stelpost die betrekking heeft op deze indexatie voor 2026 vrijvallen ter dekking van deze prijsstijgingen .
Administratief neutrale ontwikkelingen
32. Totaal administratief neutrale ontwikkelingen
Neutrale ontwikkelingen (enkel effect tussen en/of binnen programma's) zijn apart inzichtelijk gemaakt. Budget neutrale wijzigingen leiden op totaal begrotingsniveau per saldo niet tot resultaatafwijkingen op de baten of lasten. Voor saldo neutrale ontwikkelingen waar een reserve mee gemoeid is, is in het raadsvoorstel een beslispunt opgenomen. Ook is hiervoor een bijlage bij deze perspectiefnota opgenomen (bijlage 6 ).
Ombuigingen
Maatregelen Programma
33. Beheer en gebruik vastgoed
We gebruiken en beheren ons vastgoed, zoals publieksaccommodaties, efficiënter. Bijvoorbeeld door multifunctioneel gebruik of het opzetten van één serviceorganisatie (beheer, schoonmaak) voor al het vastgoed.
34. Anders exploiteren toren Grote Kerk
We laten een externe partij de toren van de Grote Kerk exploiteren om zo onze inkomsten te vergroten (uit bijvoorbeeld beklimmingen van de toren). We blijven zelf wel eigenaar naar de toren, waarmee wij verantwoordelijk blijven voor onder andere onderhoud en renovatie.
35. Verhuur en beheer woonwagenlocaties onderbrengen bij externe partij
We brengen het beheer en onderhoud voor woonwagenlocaties onder bij een externe partij. De gemeente heeft een wettelijke taak op het gebied van het vaststellen van gemeentelijk woonwagenbeleid. Het verhuren van standplaatsen en/of woonwagens is echter geen wettelijke taak van de gemeente, maar wordt nu tevens opgepakt. Dordrecht heeft ongeveer 150 woonwagenstandplaatsen en circa 45 woonwagens in beheer, welke worden verhuurd. Deze verhuur van plekken en woonwagens is momenteel niet kostendekkend, mede door huurprijsbeleid van het rijk en vervangingsnoodzaak van een aantal woonwagens. Op dit moment is sprake van een negatief saldo van ongeveer € 185.000 voor alle plaatsen en wagens. Met dit voorstel brengen we deze woonwagens onder bij een externe partij voor beheer en onderhoud, zodat dit negatieve saldo verdwijnt.
36. Kostendekkendheid vastgoed
Op diverse gemeentelijke locaties is de vastgoedexploitatie niet kostendekkend en we gaan met deze kostendekkendheid aan de slag. We kijken naar het verbeteren van de exploitatie van de gebouwen, door het clusteren van voorzieningen, het verbeteren van de roostering over de gehele dag, het inzichtelijk maken van de kostendekkende tarieven voor maatschappelijke activiteiten en het rekeningen van marktconforme tarieven voor commerciële activiteiten.
37. Stadsherstelfonds
We dragen een deel van de monumenten in gemeentelijk eigendom over aan een stadsherstelfonds. Een aantal bij Dordrecht betrokken beleggers heeft het initiatief genomen om te komen tot een stadsherstelfonds voor de Dordtse binnenstad. Een fonds dat zich richt op de restauratie en duurzame instandhouding van monumentaal vastgoed, waarbij gebruik wordt gemaakt van ingebracht privaat kapitaal, legaten en subsidiemiddelen vanuit de daarvoor landelijk beschikbare restauratie/erfgoedfondsen. Door monumenten in gemeentelijk eigendom over te dragen aan een dergelijk fonds, behouden ze de maatschappelijk functie voor de stad zonder dat de gemeente alleen verantwoordelijk is voor de exploitatie/instandhoudingskosten. Door als gemeente tevens direct te participeren in het stadsherstelfonds behouden we grip op de strategie van het fonds. Hiermee realiseren we een substantiële besparing op onderhoudskosten, met name op de toekomstige stijging hiervan. Door gebruik te maken van een fonds zijn namelijk ook externe financieringsstromen bereikbaar. Daarnaast worden de vastgoedobjecten efficiënter benut, waardoor besparingen op huisvestingslasten worden gerealiseerd.
Programmaoverstijgende maatregelen
38. Organisatie
We kijken kritisch naar de organisatie: waar kan het soberder en efficiënter, waar kan het met minder. De omvang van de organisatie moet afgestemd blijven op de gevraagde taakuitvoering, zowel op primair proces als op ondersteuning. Deze ombuigingsmaatregel is dan ook gerelateerd aan de overige ombuigingen die worden ingezet. Daar waar we inhoudelijke keuzes maken en ombuigingen doorvoeren, beweegt de organisatie neerwaarts mee.
39. Leges kostendekkend maken
Binnen onze leges zijn diverse categorieën niet kostendekkend. Dit speelt onder andere bij een deel van hoofdstuk 1 van onze verordening (huwelijken, archief) en bij de lijkbezorgingsrechten (68%). We gaan op deze categorieën inkomsten genereren door extra leges te heffen zodat we meer kostendekkend zijn.
40. Specifieke uitkeringen en personeelsbudget
De specifieke uitkeringen (SPUK) worden deels ingezet om activiteiten te dekken die worden betaald uit de reguliere begroting. Het gaat dan met name om het meer toerekenen van personele inzet aan deze SPUK's. Op elke SPUK die we van het Rijk ontvangen, ramen we (binnen de regelgeving) realistische ruimte voor personeelskosten. Dit betekent dat er minder budget overblijft voor innovatie en uitvoering binnen een SPUK.
41. Ombuigen extra inkomsten
We zetten Rijks- en Europese middelen, zoals subsidies uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), slimmer in om specifieke taken uit te voeren. Daardoor spelen we eigen middelen vrij.
42. Personeelskosten onder programma's en taken
We kiezen ervoor loonkosten structureel te dekken uit programmageld en taken. Dit hoort bij het scherper toerekenen van kosten aan taken. Dit gaat deels ten koste van het uitvoeringsbudget, wat kan betekenen dat we in de toekomst mogelijk minder programma’s kunnen uitvoeren dan nu het geval is.
43. Actief inzetten op lobby en subsidies
Er liggen veel kansen om extra middelen te genereren middels subsidies en fondsen. We zorgen ervoor dat we deze extra middelen ook kunnen inzetten om de kosten die de gemeente maakt terug te verdienen. En we moeten ervoor zorgen dat deze extra middelen structurele kosten dekken. Daar hoort een lobby bij die in de ontwikkeling van regelingen en kaders bij andere instellingen bijstuurt zodat overhead en personeelskosten opgevoerd mogen worden in aanvragen.
44. Niet toepassen gemeentelijke indexering voor subsidies in het jaar 2026
We kiezen ervoor in 2026 geen gemeentelijke indexering voor subsidies toe te passen. De gemeente Dordrecht heeft in 2026 voor de gehele gemeente € 56.104.000 aan subsidiebudgetten beschikbaar. Deze budgetten worden jaarlijks geïndexeerd met het percentage dat de gemeenteraad vaststelt bij behandeling van de perspectiefnota. We kiezen er nu voor dit in 2026 niet te doen
Hierbij zonderen we uit:
- de kleine vrijwilligersorganisaties zonder personeel die een subsidie lager dan € 10.000 ontvangen;
- de grote partijen met een subsidie van meer dan € 100.000 per jaar in het sociaal domein, want hiervoor bestaat een afzonderlijke ombuigingsmaatregel;
- de centrumstad middelen die wij van het Rijk ontvangen. Conform publieke zakelijkheid is de lijn dat wij het bedrag dat het Rijk ons geeft doorzetten naar subsidiepartners. Het gaat dan om subsidies voor de Dienst Gezondheid en Jeugd (DG&J, de middelen voor vrouwenopvang en enkele onderdelen van maatschappelijke opvang.
Voor de overige subsidies kiezen we ervoor de indexering tot een percentage van 3% niet door te voeren. Hiermee wordt een totaalbedrag van € 900.000 omgebogen. Als de indexering hoger uitvalt, wordt het meerdere wel toegekend.